Wie het laatst lacht...
Ik hoop in elk geval dat ik lig, want alles tolt om me heen. Ik sluit mijn ogen en probeer me te focussen op wat er gisteravond is gebeurd en waarom ik hier wakker word. Waar ter wereld ben ik? Een muffe lucht dringt tot mijn neusgaten door, het is benauwd in deze kamer. Ik heb het warm onder het laken en snel gooi ik het van me af. Door die wilde beweging voel ik mijn hoofd bonken en ik voel een vage pijn die aanvoelt als spierpijn. Voorzichtig draai ik me op mijn zij en ik voel dat de mist in mijn hoofd langzaam wegtrekt. Ik open weer mijn ogen en verstijf even van schrik. Er ligt iemand naast me! Wie is dat in godsnaam!? Door mijn oogharen gluur ik naar zijn gezicht, maar hij ligt met zijn rug naar me toe. Leeft 'ie eigenlijk nog wel? Ik hoor geen enkel geluid en ik zie hem helemaal niet bewegen. Er moet toch minstens een lichte beweging zichtbaar zijn van een ademhaling of zo. In paniek kom ik half overeind en negeer de hardnekkige hoofdpijn die ik voel opkomen. Ik geef een por tegen de blote schouder die net boven het witte laken uitsteekt. Met een ruk trekt hij het laken half over zijn hoofd en gromt even. Ik kan een lachprikkel nauwelijks onderdrukken als hij zich verder van mij afdraait en half uit het bed komt te hangen. Hij slaapt gewoon door. Ik buig me voorzichtig half over hem heen en het enige wat ik zie is een donkere haardos en een stukje van een stoppelige wang. Zijn blote arm hangt over de rand van het bed en een harig been steekt gevaarlijk ver over de rand heen. Straks valt 'ie er nog uit. Ik heb geen flauw idee wie hij is, maar daar kom ik vast snel genoeg achter. Ik ben wel heel nieuwsgierig naar de man met wie ik de afgelopen nacht het bed heb gedeeld. Inmiddels begin ik aardig wakker te worden en snak ik naar wat frisse lucht. Ik kom overeind en ik kijk de kamer eens rond. Ja, zie je wel, ik lig in een hotelkamer, al kan ik me niet herinneren dat dit míjn kamer moet zijn. Dan opeens weet ik het weer. De bruiloft van mijn beste vriendin! Dat moet me het feestje wel zijn geweest. Jemig, hoeveel heb ik eigenlijk gedronken dat ik me de afloop van het feest niet meer kan herinneren? En was hij daar dan ook? Even overvalt me een paniekerig gevoel alsof ik droom, dit kan geen werkelijkheid zijn, ik ben het even volledig kwijt. Maar daar staat mijn tas en half onder die stoel liggen mijn kleren, met mijn schoenen ernaast. Op het kastje liggen mijn sigaretten en mijn mobieltje. Is dit dan toch mijn eigen hotelkamer? Hoe laat is het eigenlijk? Ik slinger mijn benen uit het bed en voorzichtig sta ik op. Ho, rustig aan. Met mijn vingers masseer ik mijn slapen en wrijf ik in mijn nek. Dan zie ik dat ik helemaal niets aan heb, op mijn slipje na. Ik haal mijn schouders op en voetje voor voetje schuifel ik de schemerige kamer door in de richting van wat ik hoop dat het raam is. Ik schuif het gordijn een stukje opzij en met mijn ogen tot spleetjes geknepen tuur ik door het half beslagen raam naar buiten. Het regent, en niet zo'n beetje ook. Ik draai me om en pak mijn mobiel van het kastje. Het is half acht. Half acht?! Gezien de staat waar ik me in bevind, kan ik nooit lang geslapen hebben. Waarom ben ik dan nu al wakker? Voorzichtig open ik de deur naar het piepkleine balkonnetje en ik adem de frisse geur in van de regen. Ik zet de deur nog een stukje verder open zodat de frisse lucht de muffe kamer in kan stromen. Dan draai ik me om naar het bed en staar naar de slapende gestalte in het rommelige bed. Ik bestudeer zijn gezicht, maar dat lukt maar half want hij ligt met zijn neus zowat in het kussen gedrukt. Nee, ik heb echt geen idee wie hij is. Ik vermoed dat hij naakt is onder het laken en dat idee brengt me in verwarring. Nee, nee, nee, nu even niet aan denken, eerst orde op zaken stellen. Zachtjes loop ik om het bed heen naar de stoel waar mijn kleren onder liggen. Ik raap het stapeltje op en loop naar de badkamer voor een verfrissende douche totdat ik halverwege bijna over mijn weekendtas struikel. Gelukkig, daar zijn mijn spullen dus. Ik pak mijn toilettas en schone kleren en duik de badkamer in. Mijn hoofdpijn is een beetje gezakt, maar mijn hele lijf doet nog steeds behoorlijk zeer. Wat heb ik allemaal uitgespookt? Ik pak twee aspirines uit mijn toilettas en spoel ze door met wat water. Dan stap ik onder de douche die ik beurtelings van warm naar koud zet, zodat mijn bloed weer lekker kan gaan stromen. Ik hoop dat ik me wat energieker zal gaan voelen. Dan zie ik net boven mijn rechterknie een grote blauwe plek. Vreemd. Ik check de rest van mijn ledematen ook maar even en ook op mijn rechterbovenarm zit zo'n vage blauwe plek. Wat is mij overkomen? Ik weet het echt niet meer. Dan droog ik me af en kleed me aan. Met mijn vingers woel ik door mijn natte haren terwijl ik de badkamer uit loop. En dan sta ik oog in oog met mijn naakte bedgenoot die mij met open mond staat aan te gapen. Hij kijkt van mij naar het bed, dan weer naar mij en dan achter me, naar de open deur van de badkamer. Hij heeft een knap gezicht, ook al zit zijn haar in de war en staan de slaapkreukels nog in zijn wang. 'Wa..., wie..., huh...?' vraagt hij schor. Zijn ogen kijken me onderzoekend aan, hopend op een antwoord wat ik dus niet kan geven. 'Ja, zeg dat wel ja', antwoord ik onzeker. Ik probeer niet naar beneden te kijken, naar zijn geslacht wat daar open en bloot hangt, maar helaas. Hij volgt mijn blik en schrikt. Snel gaat hij op het bed zitten en trekt het laken over zijn schoot. 'Oké, sorry, ik ben hier nooit zo goed in geloof ik', verontschuldigt hij zich. 'Weet jij wat er gebeurd is?', vraag ik hem maar. Hij schudt zijn hoofd en strijkt met zijn vingers door zijn haar. 'Ik weet echt niet wie je bent', vervolg ik, 'en ik heb ook geen flauw idee hoe ik bij jou op de kamer terecht ben gekomen.' Ik plof op de stoel neer want mijn benen voelen nog wat slapjes aan. Ik voel me trouwens helemaal wat slapjes en ik heb geen idee wat ik nu moet zeggen. Het is een leuke knul en blijkbaar weet hij zich ook niet zo veel raad met deze situatie. Is er iets tussen ons voorgevallen vannacht? Hij schijnt het zich ook niet te herinneren, of hij speelt een spelletje. Maar dat verwacht ik eerlijk gezegd niet, zijn verbaasde reactie van zo even was niet gespeeld. 'Waar is Sjoerd gebleven?' vraagt hij ineens. Sjoerd? Ik heb geen idee wie Sjoerd is. Ik haal mijn schouders op en zeg 'Geen idee. Wil je misschien eerst even douchen of zo? Dat praat misschien wat makkelijker.' Ik draai me tactvol even om als hij opstaat en naar de douche loopt en ik pak mijn pakje sigaretten als ik voorzichtig opsta. Ik stap het balkonnetje op en steek een sigaret op. Ik ga met mijn gedachten terug naar wat ik me nog wel kan herinneren van het bruiloftsfeest. Het was heel erg druk en vooral heel gezellig geweest. Er was een goeie band en ik had het merendeel van de avond op de dansvloer gestaan. Vaag herinnerde ik me dat ik met een groepje mensen nog aan de bar had gezeten nadat het feest was afgelopen en het bruidspaar naar hun suite was vertrokken. Ik had toen al behoorlijk wat wijn op en het was heel gezellig geweest. Ik weet zeker dat ik daarna naar boven ben gegaan, op weg naar mijn hotelkamer, want ik heb nog moeten zoeken naar mijn kamersleutel. Dat weet ik nog, want ik had nog gemopperd dat ze er een fatsoenlijke sleutel bij moesten leveren, en niet zo'n plastic kaartje wat ik nu dus ook echt kwijt was. En daar houdt mijn herinnering op. Ik doof mijn sigaret en loop de kamer weer binnen. Als ik mijn schoenen aantrek, komt hij de badkamer weer uit met een handdoek om zijn middel geslagen. Hij lacht onzeker en ik lach terug. Terwijl hij zijn kleding bij elkaar zoekt, vraagt hij 'Hoe heet je eigenlijk?' Helaas, mijn naam doet geen belletje bij hem rinkelen. Hij blijkt Michael te heten, maar ook dat is nieuw voor mij. 'Hebben wij..., is er iets... eh...' vragend kijkt hij me aan. 'Nou, ik weet het niet', antwoord ik naar waarheid. Ik betrap mijzelf erop dat ik stiekem hoop dat dat wel het geval is. 'Het zou maar zo kunnen natuurlijk', zeg ik, wijzend op het rommelige bed. 'Tsja...', zegt hij wazig en hij kijkt me schaapachtig aan. 'Weet je, dit is me nog nooit gebeurd en ik hoop dat je dat gelooft.' Terwijl hij de handdoek laat vallen en zich in een razend tempo aankleed, kan ik niet anders dan knikken. Met een voorzichtige glimlach zeg ik 'Nee, dit is ook niet echt iets voor mij. Ik was behoorlijk in de war vanmorgen toen ik wakker werd, ik wist niet waar ik was en ik schrok me rot toen ik jou zo naast me in bed zag liggen.' Op het moment dat Michael om het bed heen loopt en zijn schoenen bij elkaar raapt, wordt er op de deur geklopt. Ik trek mijn wenkbrauwen vragend omhoog en loop naar de deur. Ik tuur door het gaatje en zie een blond hoofd wiebelen, gevolgd door onderdrukt gegiechel. Ik doe de deur open en daar staan twee van mijn vrienden en een voor mij onbekende jongen, alledrie grijzend van oor tot oor, nieuwsgierig de kamer in loerend. 'Goeiemorgen!', joelt mijn vriendin. 'Lekker geslapen schoonheid? Nog eenzaam geweest vannacht?' Schaterend duwt ze me opzij en loopt de kamer in, gevolgd door de beide jongens. Michael staat het even verbaasd aan te kijken en vraagt dan 'Sjoerd, wat heeft dit te betekenen?' Verrast kijk ik op, dus dát is Sjoerd. 'Wat is hier toch allemaal aan de hand?' vraag ik aan mijn vriendin. 'Leg het me eens uit, want ik weet het niet!' Lachend kijkt ze me aan. 'Weet je helemaal niets meer?' Als ik nee schudt, zegt ze 'Nou, wij hebben een geintje met jullie uitgehaald, ha ha!' Ze kijkt even naar Rick en Sjoerd en vervolgt, 'Je was je sleutel aan het zoeken en toen viel je tegen dat plantentafeltje aan. Je was zo dronken dat je er niets van hebt gevoeld. Omdat je je sleutel niet kon vinden en je behoorlijk lazarus was, wilden we een geintje uithalen en hebben we een paar kamers omgewisseld. Sjoerd heeft samen met Michael deze kamer, maar heeft zijn plek met liefde afgestaan aan jou, in de hoop dat zijn vriend die nacht de ware liefde zou vinden! Sjoerd heeft in jouw kamer geslapen nadat we jullie spullen hadden omgewisseld.' Ik ben met stomheid geslagen. Dus dat verklaart alles, ook die blauwe plekken op mijn been. Dan begin ik te lachen en kijk Michael aan. Die kijkt eerst even verstoord, maar ziet dan de humor er wel van in en begint ook te lachen. De jongens slaan Michael joviaal op zijn rug en lopen de kamer uit. Ik wissel een blik van verstandhouding met mijn vriendin en grijnzend loopt ze achter de jongens aan. 'Ontbijtje dan maar?' roept ze. Net voordat we de kamer uitlopen grijpt Michael me bij de arm en zegt 'Nou vraag ik me nog één ding af. Hebben we het nou gedaan of niet vannacht?' Ik draai me lachend naar hem om en zeg 'Ik hoop het...' Als ik hem aankijk, zie ik een ondeugende glinstering in zijn ogen en zonder iets te zeggen doen we de deur weer dicht en laten we ons achterovervallen op het bed. Wie het laatst lacht... Geschreven door Laura |