Flirten als een brakke paprika
Meestal blijft het bij een magnetron lasagne, een brood en groene thee. Dat is routine en dit vergt dus veel aandacht. Maar ik heb behoefte aan vitamines, aan veel vitamines. Ik ben namelijk erg brak. Te veel alcohol en andere giftige stoffen rouleren in mijn lijf. Ik heb besloten het gevecht aan te gaan, met veel vitamines. Ik heb mezelf een paar minuten geleden het bed uitgetrapt (dat is best moeilijk, probeer het maar eens.) Ik ben dus brak en net wakker en zo zie ik er ook uit. Ik heb mijn joggingbroek nog net vervangen voor een spijkerbroek. Verder heb ik de eerste de beste trui over mijn slaaphempje aangetrokken en zo loop ik nu dus door de supermarkt. 'Wat zal mijn haar leuk zitten', bedenk ik mij ineens. Als ik langs de diepvriesgroente loop check ik mijn verschijning in de glazen deur. 'Niks aan doen, is toch niet meer te redden', vertel ik mezelf. Blijkbaar denk ik hardop, een eigenschap die mij niet vreemd is, of de jonge man naast mij kan gedachten lezen. Hij moet namelijk lachen. Ik durf niet te kijken en richt mijn aandacht op de vissticks. Ik koop nooit vissticks. Ik loop door. Als ik het kaasschap voorbij ben heb ik voldoende moed verzameld om te kijken. Jemig. Ik kijk recht in de ogen van een niet onaantrekkelijke man. Zeg maar gerust een mooie man. Hij kijkt me dus na. Paniek in mijn hoofd, snel wegkijken voor mijn hoofd op dat van een rode paprika lijkt. Een verrotte paprika in mijn geval. Mijn hoofd valt over de vraag of dit nou onder flirten valt. Gezien mijn voorkomen op dit moment besluit mijn hoofd dat hij me gewoon uitlacht. Ik loop richting het brood. Voorbij de schappen met crackers kom ik hem weer tegen, erger nog: ik loop tegen zijn mandje op. Dit is gênant en had voorkomen kunnen worden. Gewoon een vaste route in supermarkten, netjes langs alle schappen. Kun je ook tegen niemand oplopen. Ik bloos (daar is die paprika!), mompel sorry en loop snel door. Ik laat me niet nog een keer uitlachen. Ik ga in de rij staan. Nadenken over wat ik verder nog nodig heb lukt toch niet meer. Uiteraard kies ik de verkeerde rij. Dat doe ik altijd, maar wisselen heeft ook geen zin, dan blijkt dat weer de verkeerde rij te zijn. De mooie man lijkt achter mij te gaan staan. Paniek! Hij bedenkt zich en kiest voor een andere rij. Die uiteraard sneller gaat. Lijkt het nou zo of draait hij zich herhaaldelijk om en kijkt hij deze kant op. Zo lachwekkend zie ik er nou toch ook weer niet uit? Hij verdwijnt door de schuifdeuren van de supermarkt. Toch jammer want wat zijn motieven ook waren om te kijken, naar hem kijken was absoluut de moeite waard. Na te hebben afgerekend loop ik naar buiten richting mijn fiets. Daar staat hij nog. Als hij mij ziet begint hij opvallend in zijn jaszakken te graaien, als in: ik kan mijn sleutels niet vinden. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Ik pak mijn fiets en wil weg fietsen. 'Nog één keer kijken', denkt mijn brakke brein. Ik kijk op en mijn blik blijft even hangen. Die van hem ook. 'Hoi' zegt de mooie man. 'Hoi' zeg ik (daar is die paprika weer!) en ik fiets weg. Geschreven door Alex |