De Wereld in 27 Vakantiedagen

In zijn boek De Wereld in 27 Vakantiedagen laat Keuning zien dat reizen voor de werkende mens best kan, als je het maar wilt. Zo schrijft hij: ?Dit boek is voor iedereen die altijd wilde reizen, maar dacht dat het niet kon met een drukke baan en een gemiddeld salaris.? Het principe van het boek is simpel: als je je vakantiedagen tactisch indeelt is het heel goed mogelijk om meerdere keren per jaar weg te gaan. Uit eigen ervaring vertelt de auteur over hoe je je vrije tijd het beste kunt besteden, hoe je je vakantietijd het handigst in kan vullen en welke bestemmingen je hiervoor kan aandoen.

Hoe pak je dat aan?
Ten eerste, zoek uit hoe veel vakantiedagen je jaarlijks tot je beschikking hebt. Gemiddeld zou je zo rond de 25 á 30 vakantiedagen per jaar moeten hebben. Tel daar de weekenden, feestdagen en ATV-momenten bij op, en je hebt zo?n vijf weken waarbij je even niet aan werk hoeft te denken. Neem ze vooral niet allemaal tegelijk op, maar verdeel dit bijvoorbeeld over één langere vakantie van vijftien tot zeventien (werk)dagen, een reisje van drie dagen (lang weekend of midweek) en reserveer een werkdag voor een weekend weg. Zo heb je het hele jaar door wat om naar uit te kijken. Wat je overhoudt kun je dan besteden aan verplichte dingen, als bruiloften bijwonen en een bezoekje aan de tandarts. Onthoud dat weekenden je geen extra vrije dagen kosten, dus betrek deze er dan ook zo veel mogelijk bij om extra lang weg te kunnen.

Waar ga je heen?
Om het de lezer makkelijk te maken heeft Keuning twee overzichtskaarten in het leven geroepen: één voor bestemmingen waar je maximaal vier vakantiedagen aan kwijt bent en één voor reizen waarbij je maximaal twintig vakantiedagen in moet zetten. Zo heb je - volgens dit boek - voor Jamaica vijftien tot zestien dagen nodig, maar kost een stedentrip naar Boedapest je maar één of twee vakantiedagen. Per bestemming wordt in De Wereld in 27 Vakantiedagen kort ingegaan op de hoogtepunten van die plek. Dat is - heel slim - kort gehouden, aangezien je hiervoor veel beter je informatie uit uitgebreide reisboeken kunt halen.

Je mag dan wel fulltime aan het werk zijn, het geld groeit je nog steeds niet op je rug. Gelukkig heeft Keuning daar ook rekening mee gehouden. Telkens wordt aangegeven wat het benodigde budget voor de reis moet zijn: hoeveel kost het om er te komen en hoeveel ben je kwijt om er te verblijven? Voor de hoogtepunten per bestemming hoef je het niet te doen, maar daar is het boek ook niet voor bedoeld. De Wereld in 27 Vakantiedagen is daarentegen wel een erg fijne bron om inspiratie op te doen en om handige tips te vergaren. Wist jij bijvoorbeeld dat het vaak goedkoper is om te vliegen in plaats van de auto te pakken, om over te stappen in plaats van rechtstreeks te vliegen of om twee enkeltjes bij verschillende maatschappijen te boeken in plaats van een retour bij één vliegtuigmaatschappij? En besefte jij dat je nog zo vaak weg zou kunnen gaan in één jaar zonder onbetaald verlof op te hoeven nemen? Kijk, juist daarom moet je dit boek dus in je kast hebben.