Het succes dat twintig jaar op zich liet wachten

Vrije tijd door Redactie Ze.nl

James is opgegroeid met de soul van de fifties en sixties, de klanken van Sam Cooke, Otis Redding en Stevie Wonder én de 78 toeren rhythm & blues-platen die hij kreeg van zijn grootmoeder en zijn oudere broer Perry. "Hij is degene die me leerde om een G-akkoord te spelen en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor."

Hoewel James graag de muziek in wilde, was zijn doorzettingsvermogen niet groot genoeg om er ook écht voor te gaan. Hij werkte eerst zeven jaar lang als een slotenmaker bij de spoorwegen voor hij zijn eigen band oprichtte. En pas toen hij solo ging, kwam het échte succes. Voor zijn album People Gonna Talk kreeg James zelfs twee Grammy nominaties. James wil zijn stijl niet echt blues noemen. "Het zit wel in een beetje in de richting, maar toch wil ik mijn muziek niet in die categorie plaatsen. Ik voel meer in het predicaat soul. De vibe die ik met mijn huidige band overbreng is meer een kruising tussen James Brown meets Ray Charles, vooral wat gevoel betreft. Soms vind je er zelfs een beetje een Caribische vibe in terug".

Hunter heeft altijd al een voorliefde gehad voor de muziek, dat was er al voor hij geboren werd. "Dat kwam door de vele platen die ik erfde van mijn grootmoeder toen ik negen was. We woonden in een caravan in de buurt van Colchester. Er was daar niet veel te doen qua entertainment. Daarom luisterde ik altijd naar muziek".


James Hunter is een man met veel humor. Hij lacht veel tijdens het interview en kan het niet laten om zo nu en dan een grap te maken. "Waarom zou ik niet? Het leven is al moeilijk genoeg toch? In onze band zit veel humor. Hoe zou je het anders volhouden als je constant met je vrienden onderweg bent? Denk trouwens niet dat mijn succes zomaar gekomen is. Ik heb er heel wat geduld voor moeten hebben. Vandaag de dag maak je niet zomaar een plaat. Alleen met een grote dosis geluk of de juiste contacten kom je ver. In de jaren negentig had ik het geluk dat ik Van Morisson tegenkwam en dat hij mijn muziek mooi vond. Zo werd ik een van zijn achtergrondzangers tijdens de toernees, maar ook op zijn albums. Ik ben te horen op Van's live album A Night In San Francisco en op het studioalbum Days Like Me.

In 2003 was James Hunter al 41 jaar en nog steeds had hij geen eigen carrière. Zijn droom om het ooit zelf te maken vervloog langzaam. "Omdat ik er geen zin in een kantoorjob, besloot ik om op straat te spelen voor geld. En, zoals dat vaak gaat met muzikanten die voorbestemd zijn voor hun passie, kwam platenbaas Steve Erdman op een dag langs in Camden waar ik speelde. Hij vertelde me dat hij al twintig jaar een groot fan van me was. Samen met zijn partner Kimberley Guise, zette hij een eigen label op GO Records, met als enige doel een plaat met mij op te nemen. Dat werd People Gonna Talk en betekende eindelijk het langverwachte succes, waar ik al twintig jaar op wachtte", aldus James.

Nu is het langverwachte album The Hard Way van James Hunter klaar. "Ja, de titel slaat helemaal op mijn carrière. Het heeft twintig jaar geduurd voor ik eindelijk het succes kreeg wat me toekwam. Na lange tijd heb ik het gevoel dat ik nu éindelijk een beetje meetel. Dit album is een grote stap richting de popsoul van Sam Cooke, Jackie Wilson, Charlie Rich en Van Morisson. De rhythm & blues geschiedenis kent zoveel grote zangers en zangeressen, het is echt onuitputtelijk. Ik wil graag muziek maken over liefde, romantiek en over relaties die beëindigd worden. Liedjes die een lang leven beschoren zijn en waar de mensen over 25 jaar nog steeds naar luisteren".