Schrijven voor Wijven: Rob Hoogland
Mysterie. Zeker, de vrouw is een mysterie. Uitgebreid empirisch onderzoek, waarbij ik er zelfs niet voor terugdeinsde om mezelf met enige regelmaat met het afsluiten van een huwelijk als proefkonijn in te zetten, heeft ook mij inmiddels tot die conclusie gebracht. Als vrouwen iets roepen, verbaas ik mij daar tegenwoordig dus bijna nooit meer over. Neem een uitspraak als de volgende. "Mannen hoeven niet altijd bloemen mee te nemen, dat ligt nu eenmaal niet in de mannelijke aard. Complimentjes hoeven ook niet elke dag, daar denken ze op den duur niet meer aan." Froukje de Both in De Telegraaf, in een rubriek ter promotie van haar RTL-serie Wie wordt de man van Froukje?, waarin zij met behulp van twee vrienden en haar vader, de arme man, uit twaalf kandidaten haar ideale partner zal kiezen.
Vroeger zou ik volledig van de leg zijn geraakt door zo'n uitspraak. Neem, als echtgenoot, immers maar eens níet altijd bloemen mee voor vrouwtjelief. Hiroshima is er niks bij. En geef haar maar eens níet elke dag complimentjes. Jij Tutsi, zij Hutu. Maar nu, als ervaringsdeskundige, lach ik om dergelijke uitspraken. Vrouwen, hè? Zo zijn ze nu eenmaal. Maar soms... heel soms...Neem een uitspraak als de volgende. "Ik vind het bijvoorbeeld lekker om 's ochtends bij het wakker worden een heerlijke lange zoen uit te wisselen, zonder dat er eerst uit bed moet worden gesprongen om de tanden te poetsen." Froukje de Both in dezelfde rubriek.
En ja hoor. Dik een halve eeuw jaar gekneed, gevormd, ja, zelfs gemanipuleerd tot het halve wijf dat ik nu ben, spring ik toch weer op tilt. Denk erom: ook 's avonds je tanden poetsen. Ja, mam. Toet wassen met het linker washandje, billetjes met het rechter. Ja, mam. Elke ochtend en avond schoon ondergoed aan. Ja, mam. Dat hakt erin, dag in dag uit. Dat neem je daardoor automatisch mee in je huwelijk, met als gevolg dat je 's ochtends, na het ontwaken, als je bekropen wordt door het vermoeden dat je wederhelft op het punt staat om aan de oerdrift ten prooi te vallen, eerst even als de wiedeweerga de sponde verlaat teneinde het ochtendslijm, al die bacteriën, de bier-, knoflook- en maagzuurgeuren, alsmede de laatste restjes hachee uit je mond te poetsen, om vervolgens ook andere lichaamsdelen die binnen afzienbare tijd van enige importantie kunnen zijn aan een schoonmaakbeurt te onderwerpen, voordat je in een walm van Eau Sauvage weer gretig tussen de lakens duikt.
En wat wil Froukje de Both dan ineens? Tongen met een modderzwijn! Het mysterie wordt steeds groter.