Column Christine Pannebakker: Vochtige lippen.
Het begon toen ik op een dag een advertentie zag waarin werd gevraagd om Topjournalisten. Ik, toen net klaar met de School voor de Journalistiek, vond mij met de bravoure van de jeugd perfect in dat profiel passen.
Terwijl ik wachtte op het gesprek met de hoofdredacteur hoorde ik in de wandelgangen dat hij een briljant journalist was die alle oorlogsgebieden bezocht, alleen de groten der aarde sprak en vergeten gebieden met zijn pen weer op de politieke agenda zette, maar zijn reputatie als notoire womanizer was minstens zo bekend. Zijn woest aantrekkelijke uiterlijk, zijn briljante geest, gecombineerd met zijn afkeer van conventies leverde volgens de verhalen de toverformule om vrouwen op hun knieën te laten vallen.
Hij werd verliefd tijdens het sollicitatiegesprek (later bekende hij: op mijn haar dat wild rond mijn hoofd danste, -niet eens op mijn scherpe intellect), dat merkte ik niet alleen aan hem, maar ook aan zijn secretaresse die haar ogen dramatisch omhoog wierp toen ze ons samen zag. ‘Je hebt een andere afspraak’, zei ze streng in de deuropening. ‘Je bent ontslagen’, antwoordde hij in een moeite door.
Een week later pakte hij mijn hand terwijl ik gedreven een Haagse politicus het brandend vuur aan zijn bleke schenen legde, en keek me diep aan. Op dat moment wist ik dat mijn eerste serieuze vriendje het zou afleggen tegen deze gescheiden, voor de buitenwereld veel te oude, maar oh zo spannende Man van de Wereld.
Vanaf die dag was ik jaloers op zijn verleden vol weelderige vrouwen. Hij bleef in het nu, door in elke man op straat een rivaal te zien. Mijn lippen waren te vochtig, mijn bloesjes te doorschijnend, mijn hakken te hoog. Tegen de avond werd zijn jaloezie meestal erger, net als een koortsaanval die bij het avondvallen heftiger wordt. We waren eens in Nice, toen ik opeens merkte dat hij niets meer zei. Zijn donkere ogen vertelden in dramatische volzinnen vol onuitgesproken leed dat ik hem diep had gekwetst. Na een dag beledigde stilte riep hij me ’s nachts toe dat ik me niet had mogen insmeren met zonnebrand ‘omdat een stel Franse jongens elkaar had aangestoten’ gedurende deze toch alledaagse actie in de brandende voorjaarszon.
Toen, de later vermoorde, columnist Theo van Gogh tijdens een redactievergadering voorstelde dat ik mannelijke politici zou gaan interviewen over hun liefdesleven en ik daar blijkbaar enthousiast bij had gekeken, heeft hij een week lang naast ons bed op zijn gitaar depressieve liedjes van Bob Dylan gespeeld. Nacht na nacht. En dus verzekerde ik hem dat ik dat echt niet zou doen en vrouwen sowieso veel interessanter vond.
Omdat hij het niet kon verdragen dat ik met mannen zou lunchen, laat staan dineren, en had ondervonden dat interviewen ook een vorm van flirten is, wees hij me op het feit dat vrouwen onderbelicht zijn in de media. Dus vloog ik vanaf dat moment de wereld rond om de vrouwelijke kant van de zaak te belichten.
Nu weet je het dus. Ik ging over vrouwen schrijven, niet alleen omdat zij mij zo fascineerden, maar ook omdat mijn vriend van toen zo jaloers was. En ik na weken Blowin’ in the Wind weer eens fatsoenlijk wilde slapen.
Voordat je mij nu gaat veroordelen, Margareth Tatcher zei ooit dat ze de politiek in was gegaan omdat haar man dat zo interessant vond. Ik heb me lang verbonden met haar gevoeld…
Christine Pannebakker is de schrijfster van Vrouwenpower; de missing link tussen Eten, Bidden, Beminnen en Bridget Jones. Reserveer alvast een gesigneerd exemplaar op: www.hetmamamasterplan.nl