Column Christine Pannebakker: Schaamlippen
Zaterdag werd ik wakker van de zon die in mijn ogen prikte door een kier in het gordijn. Nog voor ik goed en wel wakker was, daalde de herinnering van de vorige avond als een aswolk op mij neer. Even verlangde ik naar zo’n grauwe winterdag omdat die zoveel beter aansloot bij mijn sombere gevoelens. Er is een Vlaams liedje ‘Het is hard te sterven als de lente komt’, en daar moest ik toch even aan denken.
Ik probeerde me de rest van het weekend overeind te houden met positieve acties. Door lieve mensen te mailen. Want dat kon gelukkig weer nu mijn laptop na een week weer gemaakt was. Foto’s te kijken van de Praagse Lente die we onbewust hadden beleefd omdat de vliegtuigen richting het Midden-Oosten aan de grond waren gebleven. Ik ging zondagmiddag op bezoek bij mijn moeder en zat een paar uur met Prosecco en sushi in de tuin. En daarna fietste ik met dochter Zonneke en de wind in mijn haren door het Hollandse landschap.
Te boze gedachten probeerde ik weg te stoppen. Want dat leek me niet spiritueel verantwoord. Of was het juist goed om af en toe vuur te spuwen aangezien een mens nu eenmaal yin en yang is, vroeg ik mij af. ‘Wat is er mama’, onderbrak dochter Zonneke mijn gedachten omdat ze mij wel erg stil vond. ‘Ach er is iemand heel gemeen tegen mij geweest en nu bedenk ik wat ik het beste kan doen’, zei ik haar. ‘Je moet gewoon doen zoals de bonobo-aapjes’, vond zij.
Vorig jaar waren we in Estland. En daar hoorden we van een onderzoekster dat bonobo’s leven in een matriarchaat. De vrouwtjes zijn er aldus de baas. En wat doen deze apen als er ruzie dreigt? Dan beginnen ze niet te krijsen of te slaan; welnee, dan beginnen ze elkaar te kussen. En dat leek mijn dochter wel de beste oplossing. Ik beloofde het in overweging te nemen. En herinnerde me dat deze apendames bij extreme boosheid zelfs even met de schaamlippen tegen elkaar wrijven. Een gedachte die me in dit geval fysiek onpasselijk maakte.
Maandagochtend voelde ik me alweer iets beter. Maar helemaal goed kwam het pas toen vriendin J. me op het schoolplein vroeg waarom er zo’n trieste blik achter mijn glimlach school. Ik antwoordde kort en bondig wat er was gebeurd. En wilde net het plan van Zonneke vertellen toen ze zei: ‘We doen gewoon de heksenproef. We gooien het kreng in een stinkende sloot met een steen om de nek om te zien of ze blijft drijven.’
Toegegeven. Dat was net wat ik nodig had. Vanaf dat moment voelde ik me weer even zonnig als de lente zelf.
Christine Pannebakker schreef Vrouwenpower.
Bestel een gesigneerd exemplaar op: www.vrouwenpower.eu en geef kleur aan de wereld om je heen.