Nymphomaniac
Nooit krijg ik Man mee naar het filmhuis. Nóóit. Dus als hij dan ineens wel wil, ben ik stomverbaasd. Als ik de programmering zie, snap ik waarom. Nymphomaniac draait. Aha. Natuurlijk.
Scène 1. Stralend kijkt ie me aan. “Goh, misschien moet ik toch eens overstag. Niks mis met een beetje diepgang. Deze wil ik wel zien.” Ze weten het wel te brengen, die mannen. Net alsof ‘ie die stap ineens voor mij gaat zetten. Ik zeg nog: “Schat, het is wel Lars von Trier. Als die seks gaat aanpakken, lopen we waarschijnlijk huilend de bioscoop uit en hebben we nooit meer zin in seks. Dat je het even weet.”
“Welnee. Tegen wie heb je het? Wat kan me gebeuren? Het duurt maar 116 minuten. Het is toch niet zo’n Koreaans drama van achtenhalf uur, deze kan ik wel uitzitten. Kom op. Moet ik de kaartjes regelen?”
Libido doodgeslagen
Scène 2. Fast forward. Einde film, we zitten nog wat na te praten in een kroeg.
Hij: “Ik denk dat ik een wijntje ga bestellen. Ik ben er aan toe. Mijn libido is compleet doodgeslagen.” Ik, nooit te beroerd om er een ‘ik zei het je toch’ tegenaan te gooien: “Nou. Daar heb je het al. Wat verwachtte je? Een kerstfilm? Love Actually?”
Hij: “Nee, natuurlijk niet. Maar dit…hier kunnen zelfs qua afknappen Don & Ad niet tegenop. Mijn God, de hele magie is er vanaf.”
Het schuurt
k vond ‘m goed. Mooier dan ik verwacht had. Oké, dit was nog maar deel 1, in deel 2 schijnt Lars er nog een schepje bovenop te gooien, maar hij was tot nu toe minder zwart dan ik gedacht had. Ja, seks is het hoofdonderdeel. Donkere, vernederende seks. Ontdaan van elke emotie. Een bijna heilig moeten, elke dag opnieuw voor hoofdrolspeelster Charlotte Gainsbourg en haar jongere ik. Geen wederzijds spel, geen wisselwerking. Niks lekkers aan. Het zorgt zelfs niet voor een vaag kriebeltje in je buik. Integendeel. Het schuurt.
k vond ‘m goed. Mooier dan ik verwacht had. Oké, dit was nog maar deel 1, in deel 2 schijnt Lars er nog een schepje bovenop te gooien, maar hij was tot nu toe minder zwart dan ik gedacht had. Ja, seks is het hoofdonderdeel. Donkere, vernederende seks. Ontdaan van elke emotie. Een bijna heilig moeten, elke dag opnieuw voor hoofdrolspeelster Charlotte Gainsbourg en haar jongere ik. Geen wederzijds spel, geen wisselwerking. Niks lekkers aan. Het zorgt zelfs niet voor een vaag kriebeltje in je buik. Integendeel. Het schuurt.
Ik hou daarvan, als iets schuurt. Het dwingt je om dingen met andere ogen te bekijken. Langzaam leren we van het verhaal van Joe, zelfverklaard nymphomane. Het gaat over kanten die we allemaal in ons hebben, donker en licht, schuld en boete, mannelijkheid en vrouwelijkheid, geweten versus drang. Een zoektocht naar, naar wat eigenlijk? Geluk in jezelf misschien, mag dat ten koste gaan van anderen? Wat is de prijs die je bereid bent daarvoor te betalen? De een kiest voor zelfvernietiging, in de hoop op korte sprankjes van dat geluk. Anderen kiezen een minder scherp pad. En sussen daarmee misschien hun zucht naar zelfbevrediging op meerdere gebieden. Maar wat is juist? Is er een juiste weg? Of moddert iedereen maar wat aan?
Nee, geen film waar je vrolijk uitkomt. Na een tijdje wedstrijden te hebben gehouden met vriendinnen wie de meeste kerels kan neuken/pijpen/whatever op een treinreisje - prijs: een zakje M&M’s - fluistert zelfs de meest hardcore sloerievriendin Joe in het oor: “Love. The secret ingredient is love.” Dat zoekt Joe vervolgens, maar vindt ze niet. In gesprek met de aseksuele man die min of meer de rol van psycholoog op zich neemt stelt ze: “Perhaps the only difference between me and other people is that I’ve always demanded more from the sunset. More spectacular colours, when the sun hits the horizon. That’s perhaps my only sin.”
Herkenning. Ineens. Belevingen moeten altijd sterker, krachtiger, heftiger. Het kan altijd beter, mooier, meer. Maar misschien ligt die kracht wel in kwetsbaarheid. Misschien ligt het er al. Recht in het zicht.
Het is er
Scène 3. We lopen naar huis.
Scène 3. We lopen naar huis.
Voorzichtig pak ik zijn hand. Voorzichtig laat ik toe wat hij me eigenlijk elke dag laat zien. Dat iets puurs tegelijk ook heel krachtig kan zijn. Dat iets wat echt genoeg is van zichzelf, niet nog eens vervijfvoudigd hoeft te worden. En het is niet eng. Het is er.
Het voelt goed zo.
Lees ook de vorige columns van Daniëlle!
Daniëlle de Mol Moncourt (1969) geniet ervan met een knipoog naar dagelijkse dingen te kijken. Ze is moeder van twee hevig puberende zonen - waarbij ze die knipoog meer dan hard nodig heeft -, schrijfster en journalist. Buiten dat houdt ze van sporten, heeft ze een hardnekkige chocoladeverslaving en wijst ze een lekker wijntje ook niet af. In haar columns observeert ze mensen, de dingen die ze doen en waarom ze dat doen. Wat drijft ze? Een enorm gebied dat haar verbeelding steeds weer opnieuw prikkelt. Over haar sportavonturen schrijft ze op haar blog serendipityddmm.blogspot.com.