Dagboek van een transvrouw: Liefde
“Hoe gaat het eigenlijk met je? Ik bedoel met alle veranderingen en zo?” Ik kom een bekende tegen en ze stelt de vraag die ik best wel vaak te horen krijg. “Nou, eigenlijk wel goed. Heel gewoon eigenlijk. Ondanks alle veranderingen gaat mijn leven gewoon zijn gangetje. Heerlijk.”
“Maar ik kan me voorstellen dat het ook best wel zwaar is voor je”, gaat ze verder. Die vraag komt niet zo vaak voor. “Eh, ja”, zeg ik en ik vertel haar dat ik dagelijks met mijn transitie van man naar vrouw te maken heb. Hoe ik praat, hoe ik loop, hoe ik met anderen omga, wat ik met al mijn emotionele buien moet. “Ach, als je het zo bekijkt is mijn lijst eindeloos lang”, zeg ik iets te vrolijk. Ze kijkt me doordringend aan. “Nou, het lijkt me toch pittig wat jij allemaal doormaakt”, vervolgt ze. “Dat kost toch allemaal hartstikke veel energie?”
Gelukkig
Natuurlijk kosten deze veranderingen energie. Soms best veel. Het aanpassen aan en de weg vinden in mijn nieuwe leven is geen kattenpis. Maar aan de andere kant: ik ben nu vrij. Ik kan zijn wie ik ben. Ik zing weer en geniet van het voorjaar. Ik geniet van het leven! Ik voel de wind door mijn haren wapperen. Ik geniet van elk persoonlijk contact. Ik… nou ja, ik ben gewoon gelukkig. Als ik naar bed ga, heb ik zin in de dag van morgen. Ik wil dansen in de regen, echt waar. Mijn hart is vervuld van liefde voor alles en iedereen om me heen. En dat is pas nieuw. Het ervaren van oprechte liefde.
Hoe anders was dat een jaar of twee geleden. Die vervelende grauwsluier die hing over alles wat ik deed. Altijd een beetje moe. Feestje? Niet leuk. Zomer? Wat kan mij dat schelen. Laat mij maar alleen, ik red me wel. Laat, echt serieus, veel te laat naar bed. Iedere avond. Om de dag van morgen te kunnen uitstellen. Klem zitten tussen somberheid en vage verlangens. Pfff. Dat waren pas zware tijden. Daarmee vergeleken is het oefenen van een vrouwenloopje of piekeren over wat ik morgen in hemelsnaam aan moet helemaal niets.
John versus Sandra
“Hé, John, weet je nog die keer dat we met zijn allen in het café zaten en dat we één voor één weggingen en we tegen jou zeiden dat er al was betaald voor het bier? En dat jij toen de laatste was en werd tegengehouden omdat de rekening nog openstond? En dat je toen geen geld genoeg had? Lachen was dat, hè?” Een jeugdvriend op bezoek.
“Sandra heet ik. Sandra”, zeg ik zo neutraal mogelijk. “O ja. Sorry hoor, San.” Hij is zo’n beetje de laatste die me bij mijn oude mannennaam blijft noemen. Hoe langer je iemand kent, des te langer het duurt voordat je gewend bent aan zoiets als een nieuwe naam. Ik weet niet zo goed raad met die verhalen van vroeger. Altijd plezier en altijd die donkere bromtoon van ontevredenheid, gewoonweg omdat ik toen niet klopte. Ik noem het nu de beste afleiding die ik me had kunnen wensen.
“Hé, John, ehh… San, zullen we een biertje nemen?” Hij kijkt me vragend aan. Even later klinken we onze flesjes en nemen een flinke slok. Mannen onder elkaar en ik voel me ongemakkelijk. “Jezus man, kijk ons hier nou eens zitten. Jij als vrouw… Het is goed hoor”, zegt hij, en hij duwt zijn flesje naar voren om nog eens te proosten. “Op jou”, zegt hij. “Dat je maar gevonden mag hebben wat je zoekt.”
Ik ben geen man, denk ik. Ik ben geen man.
Het is goed
Het is soms best een beetje ingewikkeld, dat vrouw worden. Maar toch. Toch blijf ik blij en voel ik liefde stromen in mijn hart. Hij is er, die oude vriend. Hij wijst me niet af en gunt me oprecht mijn geluk. Dat is toch fantastisch?
Het is soms best een beetje ingewikkeld, dat vrouw worden. Maar toch. Toch blijf ik blij en voel ik liefde stromen in mijn hart. Hij is er, die oude vriend. Hij wijst me niet af en gunt me oprecht mijn geluk. Dat is toch fantastisch?
“Nou, ik ga maar weer eens”, zegt hij na een paar biertjes en hij geeft me drie zoenen. “Lekker ding”, fluistert hij in mijn oor en wrijft nog even zachtjes over mijn knie. “Bleh, ga weg joh”, roep ik overdreven en duw hem demonstratief van me af. “Ga een ander lastig vallen en niet mij.” We lachen. We stoten elkaar even aan. Het is goed en met een lach op mijn gezicht zwaai ik hem uit.
Lees hier de vorige columns van Sandra.
Sandra is geboren als man en leeft nu als vrouw. Samen met haar partner heeft ze een zoon van 11 jaar. Ze werkt als docente op een Hogeschool en leidt een leven zoals iedereen. In haar colums schrijft ze over haar transitie van man naar vrouw. Hoe het is om als vrouw door het leven te gaan, hoe mannen en vrouwen van elkaar verschillen en hoe mooi en soms hoe lastig het leven voor haar kan zijn.
"Volgens mij is er niets moeilijkers dan het veranderen van geslacht. En juist op deze weg heb ik ervaren hoe open en liefdevol mensen kunnen zijn. Het is voor mij een cadeau dat ik nu zowel de belevingswereld van de man als dat van de vrouw zo goed ken."
Je kunt meer van haar belevenissen lezen op Sandra's blog.
Foto: Mariel Kolmschot