Somebody Els: Alleen naar een feestje
Ik was laatst op een feestje. Een feestje met onbekende mensen. Ondanks dat ik van nature een vrij zelfverzekerde tante ben, voel ik me in dat soort situaties altijd wat ongemakkelijk.
Als ik op een feestje ben waar ik niemand ken, onderzoek ik altijd eerst de ruimte en de mensen die er zijn. Onbewust stel ik mezelf de vragen: ‘Waar ziet het er gezellig uit?’ ‘Welk ‘groepje’ lijkt toegankelijk?’ ‘En welke niet?’ ‘Uit welke hoek komt de meeste herrie?’ Op basis van die antwoorden kies ik een plek uit waar ik - naar mijn idee - de meeste kans maak om tijdelijk ‘opgenomen te worden in de sociale kring’. Zodat ik er, na een respectabel aantal uur, ook weer uit kan stappen.
Contactgestoord
In dit specifieke geval hoef ik maar een halve blik de ruimte in te werpen om te zien dat er bij dit feestje veel subculturen zijn. Ik zie een groepje mannen, en ik zie een groepje vrouwen. Ik zie een groepje ‘tantes/ooms’ en ik zie een groepje kinderen. Zal ik me bij de kinderen voegen? Gewoon een kleurplaat maken en weer naar huis. Het lijkt me het minst complex. En tegelijkertijd besef ik me dat ik dan direct een afspraak met de huisarts mag gaan maken omdat ik duidelijk contactgestoord ben.
In dit specifieke geval hoef ik maar een halve blik de ruimte in te werpen om te zien dat er bij dit feestje veel subculturen zijn. Ik zie een groepje mannen, en ik zie een groepje vrouwen. Ik zie een groepje ‘tantes/ooms’ en ik zie een groepje kinderen. Zal ik me bij de kinderen voegen? Gewoon een kleurplaat maken en weer naar huis. Het lijkt me het minst complex. En tegelijkertijd besef ik me dat ik dan direct een afspraak met de huisarts mag gaan maken omdat ik duidelijk contactgestoord ben.
‘Mag ik erbij komen?’
Dus hup, op naar het groepje vrouwen. “Mag ik erbij komen staan?” vraag ik met vriendelijke ogen (hoop ik) en een brede glimlach (hoop ik).
“Natuurlijk”, hoor ik en ik meng me tussen de andere dames. Ik stel mezelf voor. De dames stellen zich ook voor. En ze gaan door met waar ze gebleven waren. Ik luister, en merk al gauw dat deze stuk voor stuk prachtig uitziende dames een aantal zaken met elkaar gemeen hebben. Namelijk: ze zijn allemaal getrouwd (hun echtgenotes staan een eindje verderop. Je weet wel, het groepje mannen), én ze werken allemaal drie dagen en hebben twee kinderen of meer.
Ruilen?!
Al snel gaan de gesprekken over het gezinsleven in combinatie met werk. De druk die ze ervaren, de moeheid die de meeste vrouwen voelen. Ik word betrokken bij het gesprek. Er wordt naar mijn situatie gevraagd. Ik leg uit dat ik een dochter heb en gescheiden ben. En dat ik mijn dochter de helft van de week zie.
“O, dat lijkt me toch wel fijn, hoor. Dat je af en toe gewoon even tijd hebt voor jezelf!”, zegt één van de vrouwen.
Oké… wat is dat voor ondoordachte opmerking?, vraag ik mezelf af. Ik bedoel, sjonge jonge. Alsof het een feest is dat ik Romy op woensdagavond bij haar vader aflever om vervolgens alleen naar huis te gaan. Ruilen?!
Niet alleen mijn waarheid
Ik reageer natuurlijk niet verontwaardigd, maar zeg de vrouw in kwestie dat ik heb leren leven met de situatie die is ontstaan, maar dat het gemis erg zwaar valt. Het liefste heb ik mijn dochter elke dag en nacht bij me, maar dat is nu eenmaal niet de situatie. En dus spendeer ik mijn tijd inderdaad aan leuke dingen als ze er niet is. Ik plan de avondjes uit eten, middagjes shoppen en bezoekjes aan de sportschool op de dagen dat Romy bij haar vader is. Omdat ik geen seconde van haar wil missen als ik haar bij me heb. En, vanzelfsprekend, wordt dat begrepen.
Ik reageer natuurlijk niet verontwaardigd, maar zeg de vrouw in kwestie dat ik heb leren leven met de situatie die is ontstaan, maar dat het gemis erg zwaar valt. Het liefste heb ik mijn dochter elke dag en nacht bij me, maar dat is nu eenmaal niet de situatie. En dus spendeer ik mijn tijd inderdaad aan leuke dingen als ze er niet is. Ik plan de avondjes uit eten, middagjes shoppen en bezoekjes aan de sportschool op de dagen dat Romy bij haar vader is. Omdat ik geen seconde van haar wil missen als ik haar bij me heb. En, vanzelfsprekend, wordt dat begrepen.
Pas veel later hoorde ik dat de vrouw die de opmerking maakte een zwaar gehandicapt kind heeft. En zo werd ik er weer even keihard aan herinnerd dat niet alleen mijn waarheid bestaat. Iedereen heeft zijn eigen perspectief. Leer dat nou eens, Els.
Lees ook de vorige columns van Els!
Een peuter en een konijn.
Een ex-man en een therapeut.
Vijf dagen werk in 32 uur. Kan makkelijk.
De tango en peuterballet.
Een appartement in een voorstad van Den Haag.
Ik ben Els, ik ben 29 en zit nu al middenin het dertigersdilemma.
Hoe kom ik hieruit?!