De 5 soorten uitgaanstypes
Uitgaan: we houden er zo nu en dan wel van. Niet alleen omdat we dan even niks anders hoeven dan dansen, maar ook omdat er zo veel te zien is tijdens zo'n avond. Wat dan? Deze 5 uitgaanstypes, bijvoorbeeld!
Oké, na een avondje uit zweren we altijd het voorlopig rustig aan te doen, maar mijn hemel, wat was het weer goud. Waarom? Om de muziek, om de leuke mensen met wie je was en... de partygangers die je allemaal tegenkomt. Met de volgende types is uitgaan iedere keer weer een belevenis.
1. Het mag-ik-al-naar-huis-type
Je ziet hem niet vaak, maar hij bestaat: het ik-haat-haat-haat-uitgaan-type. Als je niet van clubben houdt, zou je zeggen, dan ga je toch lekker niet? Tja. Sommige mensen willen nog weleens een dappere poging toen, aangezien ze al 44 keer per jaar ‘nee’ verkopen als hun vrienden vragen of ze mee gaan ‘stappuh’. Gevolg? Iemand die op een loungebankje in de club een beetje moedeloos meeknikt op de muziek en op de clutches van de rest past. Andere herkenningspunten: kijkt negen keer per vijf minuten op haar horloge en grijpt ieder, ieder excuus aan om de eerste de beste borrelbus naar huis te pakken. “Ik ben opeens helemáál niet lekker” en “ik moet Banjer morgenochtend heel vroeg uitlaten” zijn veelgehoorde smoezen. Waar dit type op zo’n avond eindigt? In bed. Om half één. Alleen.
2. Het een-avond-niet-gescoord-is-een-avond-niet-geleefd-type
Iedereen heeft tijdens een avondje stappen weleens huigtikkertje staan spelen in een of andere donkere hoek. Dat ging dan zo: effe dansen, effe oogcontact, effe hallo zeggen, effe zoenen en... doei Barry, ik ga weer verder dansen! Daar bleef het dan bij. Er zijn ook mensen die na Barry naar Henk gaan en na Henk naar Pascal. Als het alleen bij Barry blijft, is de avond namelijk verziekt. Meet het een avond-niet-gescoord-is-een-avond-niet-geleefd-type! Als je naast haar danst en iets tegen haar haar zegt, sta je voor lul, want ze blijkt opeens weg te zijn om DNA uit iemands giechel te vissen. Wanneer je het tijd vindt om naar huis te gaan, moet je eerst een marathon door de club lopen. Nadat je haar ein-de-lijk hebt gevonden en losgebroken hebt van een of andere kerel, vraagt ze lallend om wat vaseline, want haar mondhoeken zijn zo schraal. Volgende keer neem je een muilkorf mee. Maar echt.
3. Het mag-ik-ook-naar-de-kroeg-type
Sommige mensen vinden het best leuk om van hun tweezits af te komen, als ze maar niet in andermans clubgeruft hoeven te staan. Dat zijn de kroegtijgers. Hoe je ze herkent? Bier, rode wijn, een Jägermeistertje met appelsap en gespreksstof waar je praatgrage opoe Bep nog een puntje aan kan zuigen. Van acht tot tien zit de kroegtijger zielenroerselen uit te wisselen. Eerst op zachte toon, daarna, en dat ligt 100% zekersteweten wél aan de drank, wat harder. Helaas geldt: hoe hoger het volume, hoe gênanter het onderwerp. Dus krijg je alles mee over haar liefdesleven (beroerd) en haar seksavonturen (nooit een komkommer gebruiken, daar zit nog bestrijdingsmiddel op). Die gêne danst ze vanaf een uur of tien van zich af, als de liveband komt en er een dansvloertje van 2 bij 3 wordt gemaakt.
4. Het ik-ga-helemaal-naar-de-klote-type
Er zijn mensen die uitgaan. Er zijn ook mensen die góed uitgaan. Van die mensen die nadat ze uit de club zijn getrapt op Facebook moeten vragen waar ze wonen. Ze weten namelijk niets meer (we noteren: acht bier, vijf tequilashotjes en vier Flügels). Dus ook niet dat ze voor de hele toko op de bar verkondigd hebben dat alle drank op hun rekening mag. Evenmin dat ze met een wildvreemde het toilet in zijn gedaggerd. En al helemaal niet dat jij ze daar halfnaakt en met de mascara op hun knieschijven van af hebt moeten plukken. Jep: never a dull moment met het ik-ga-helemaal-naar-de-klote-type. Je hoort na zo’n beruchte avond een week niets meer in verband met de tijd die de ontnuchtering in beslag neemt, maar de volgende zaterdag gaat dit type gewoon weer nóóit meer naar huis!
5. Het go-big-or-go-home-type
Heb je weleens in MTV’s The Hills gezien hoe een avondje clubben eruitziet? Zo gaat het er ook aan toe bij het go-big-or-go-home-type. Een dag voor het uitgaan wordt er zorgvuldig een outfit uitgezocht. Negen uur voor het feest begint, schrapt een pedicure een shitload aan eelt weg en spuit een kapper een bus haarlak leeg om coupe Clubbing in ’t gareel te houden. En dan is het nog een kwestie van een leuk jurkje uitzoeken, vijf uur in de badkamer toeven om je mascara een beetje goed op te doen en een bubbeltje drinken. Shinend komt het go-big-or-go-home-type aan bij de club, waar ze witte glazen champagne met ‘Moët’ erop wegtikt en vooral niet danst. Want hé, het is zien en gezien worden. En dat kan het best op een loungebank met je Louboutins óp de vloer.
Welk uitgaanstype ben jij?
