Kan jij een kort kapsel hebben? Doe de 5,5 cm test!
Er is een nieuw trucje in beautyland en hij is retehandig. Celebrity stylisten onthullen de geheime formule om te kijken of jouw koppie geschikt is voor een korte coupe: de 5,5 cm regel. Hoe dat werkt? Dat gaan we nu uitleggen.
Van kleins af aan heb jij al je mooie lange lokken en je bent er dol op. Toch ben je wel benieuwd of een kort kapsel je zou staan. De meest heftige oplossing is om gewoon naar de kapper te gaan en je lokken eraf te laten zagen. Enne, als het je toch niet zo goed blijkt te staan? Dat is dan jammer. Groeit wel weer aan, zoals moeders dat zou zeggen. Als je toch niet staat te springen om zo’n risico te nemen hebben we nu een fijn trucje voor je: de 5,5 cm-regel.
John Frieda
De 5,5 cm regel, of zoals hij in het Engels heet: the 2.25-inch rule, is gemaakt door John Frieda. Het is een fool-proof gids voor kappers om zo de lengte van het haar precies bij het gezicht te laten passen, meldt Daily Mail. Het idee is simpel: is de afstand van je oor tot je kin kleiner dan 5,5cm? Dan kun jij een korte coupe heel goed hebben. Is de afstand groter dan kun je beter je lange haren laten wapperen. John bestudeerde gezichten en zag dat de hoek van het kaakbot bepaalt of iemand er het beste uitziet met kort of lang haar. Hij bedacht een exacte, eenvoudig te meten manier die duidelijk aangeeft of een gezicht geschikt is voor lang of kort haar.
Zo kom je er zelf achter
Pak een liniaal en een potlood. Leg het potlood horizontaal onder je kin. Plaats dan de liniaal onder je oor, verticaal. Waar de liniaal en het potlood elkaar kruisen staat je meting. Kom je korter uit dan 5,5cm? Dan is een kort kapsel voor jou de meest vleiende keuze. Zo niet, dan staat lang haar je het beste.
Dus als je de volgende keer weer jaloers bent op die gave bob van je collega, denk dan eerst aan de 5,5 cm-test voordat je de schaar in je haar zet.
Kun jij een korte coupe hebben?