Dat is óók kamperen
“Zullen we op vakantie gaan? Ja, nu? Gewoon effe de grens over. Een paar uurtjes (acht ofzo) rijden en dan ergens bij een rivier aan de Franse wijnroute ons tentje neerknallen?” Ja, dat is echt zó romantisch. Bij de gedachte alleen zwijmel je al weg. Dat is pas genieten. Ook al moet je 30.000 wegopbrekingen overleven en kom je voor meer hindernissen te staan die met buitenlandse inefficiëntie te maken hebben, er is echt níks wat jou van je euforische voetstuk afstoot. Tot je op de camping aankomt en wordt geconfronteerd met al die minder romantische kanten van de kamperen.
De wc’s
Na een autorit van 8 uur moet je toch echt even een hoopje verteerd voedsel lozen. Eigenlijk durf je nog niet zo goed. Je neemt dapper het voorbeeld van de andere campinggasten over. Daar ga je met je pleerolletje onder je oksel geklemd (toch hopende dat niemand het ziet): “schat, ik ga even PLAS-SEN.” Thank God! Het zijn normale wc’s. Zonder wc-bril. Dat is jammer. Gelukkig heb je genoeg pleepapier op zak om je eigen wc-bril te knutselen. Ai, het raampje staat open. So be it. Er is niemand. Wat een opluchting. Woepsie, daar kwam wat lucht mee. Ah nee, zijn dat voetstappen? Zou diegene jou gehoord hebben? Vast niet, spreek je jezelf geruststellend toe in gedachten. Jammer voor haar dat ze gaat douchen. Ja sorry hoor, daar ga je toch echt geen rekening mee houden. Oops, weer een trompetgeluidje. Dit heeft ze sowieso gehoord. Ach ja, ze weet toch niet dat jij het bent. Deze wc is echt zó niet ontspannend. Het plan: snel doorkakken en wegwezen. Maar dat lukt niet helemaal. Dat is vast al dat stokbrood van tijdens de reis. Jeezzz. Waar gaat die grote spin trouwens naartoe? GA WEG! Dit gaat ‘m niet worden. Je gaat straks wel verder. En ja hoor, nét op het moment dat je doorspoelt hoor je de douchedeur opengaan. Je kunt moeilijk nog even wachten zodat ze je niet ziet, want je hebt al doorgespoeld. Je neus snuiten, dat rekt tijd. Daarna is de kust vast veilig. Je doet de deur open, en shiiit. Nu weet ze dat jij het was van die LUCHT en die gênante geluidjes. Welkom op de camping waar iedereen kan meegenieten van jouw poepsessie inclusief trompetspel.
Slapen
De glazen worden nu wel érg diep. Tijd om die slaapzak in de kruipen. Net als je wilt slapen begint de baby van hiernaast - je had toch een babyvrije zone gevraagd? - te janken. Er komt geen einde aan. Drie uur later begint Cor bromsnor van de overkant een heel bos om te zagen met zijn gesnurk. Even later pakt zijn vrouw de hoge snurktonen en vormen ze een koortje. Het geseks van de familie Flodder, die ook binnen geluidsbereik staat, hoef je eigenlijk ook niet te horen. Denk je eindelijk te slapen wanneer langzaam het gevoel van de koude grond tot je rug doordringt. Waarom hadden we die elektrische pomp ook al weer thuisgelaten? Brrr koud. Mèh, nou moet ik ook nog plassen. Niet omdat je moet plassen, maar omdat je continu hoopt dat je niet moet door de kou, omdat het zoveel gedoe is en omdat je een takke-eind moeten lopen, door de ochtenddauw waar je KLAARWAKKER van wordt. En nu komt het: de héle camping weet hoe jouw porum staat zonder make-up. Dan moet je ook nog eens sociaal doen tegen iedereen die je tegenkomt. Daar heb je toch helemaal geen zin in? In het dagelijks leven ben je al sociaal genoeg. Je vertikt het. Dan vinden ze je maar arrogant. Boeie.
Eindelijk slaap je na drie kwartier rillen in de kou en er 300 keer uit te zijn geweest om iets warmers aan te trekken, wat je niet direct kon vinden (en hopend dat je niet moest plassen), en dan word je alsnog wakker met een drievoudige hernia, omdat het luchtbed alsnog voor geen meter ligt.
Maar verder is kamperen hartstikke leuk, romantisch en gezellig hoor. Fietsen door de natuur, barbecueën voor je tent, wijndrinken tot je erbij neervalt. Ja, kamperen is TOP!
Waarom vind jij kamperen zo te gek?