16 gedachten die je hebt als je met een kat knuffelt
Niks is eigenwijzer dan die drol van een kat (het is een ‘ze’, dus eigenlijk is het ‘poes’, maar dat klinkt raar) van je. Ze heeft zoveel eisen als ze geaaid wordt, dat je er echt niks aan kunt doen dat je deze 16 gedachten hebt.
Alleen als ZIJ er zin in heeft krijg je de kans om haar te aaien. Maar wel even opletten nou, want ze wil continu geaaid worden zonder tussenposes, ze wil je af en toe over je neus lebberen en of je wel even allebei je handen wilt gebruiken. Verwend kreng, alsof ze niet allang blij mag zijn dat je jouw kostbare tijd aan haar aan het besteden bent. Ja hoor, daar komen die puppyogen weer en je bezwijkt al onder de cuteness overload. Ze is ook ZO schattig, hoe kun je haar nou niet willen aaien? Opvreten wil je d’r. Kom hier! Nou daar komt ze hoor, op haar dooie gemakje.
1. “Sjesus, het móet niet hoor. Graag of helemaal niet. Ben je nu alweer afgeleid door een vliegje? Joehoe, hier ben ik! Yes, contact.”
2. “Kom maar bij je kattenmama. Prr. Ja dat is lekker. Ah lief, een neusje (kabouterkusje: neusjes tegen elkaar).”
3. “Ah gatver, die tong! Waarom moet je nou weer likken? Vól over m’n neusgaten.”
4. “Niet likken!”
5. “Níet LIKKEN!”
6. “Ah sorry, niet schrikken. Oke, toe dan maar. Vooruit dan maar weer.”
7. “Pfoe, al die haren. Ik heb al ongeveer een hele jas aan haren in m’n handpalm liggen, waar moet ik dat laten?”
8. “Hup op de grond, daar is een stofzuiger voor toch?”
9. “Oja? Moet ik ook even met de andere hand aaien?”
10. "Hoezo aai ik je niet hard genoeg? Hoezo help je even mee door met je eigen hoofdje tegen m’n hand aan te schuren. Ja, dat kon inderdaad nog harder."
11. “Ja, chill! Ga maar op m’n rug staan. Oeh, yeah, massage.”
12. “Pfoe… die LUCHT! Hoe kan zo’n enorme lucht uit zo’n klein beestje komen?”
13. “Ja Kitty, je bent heel lief, maar dat betekent niet dat je ineens op tafel mag. Of uit mijn glas mag drinken. OF VAN MIJN BORD MAG ETEN!”
14. “Lekker ontspannen! Zo zou ik wel de hele dag willen zitten.”
15. Oh wacht, ik moet plassen. Blijf in de houding Kitty!”
16. “Ah zo jammer, nu is ze weg.”
Welke gedachte borrelt chronisch bij jou op als je jouw kat/poes/kitten aait?