Redenen om tóch te shoppen
Dat gevoel dat je hele andere dingen in de stad hebt gekocht en dat waar je eigenlijk voor ging. Dat witte shirt dat je vriend in de donkere was had gemieterd en er met een grauwe blauw/grijze gloed uitkwam kon écht niet meer, en zonder wit t-shirt kun je tegenwoordig niet meer leven. Met een hoop zelfvertrouwen in jezelf ging je de stad in. Eén shirtje van een tientje kun je nog wel betalen. Nee, hij kwam niet bij de Zara vandaan, maar waarschijnlijk hebben ze daar ook witte t-shirts en dan kun je meteen de nieuwe collectie checken. Gewoon kijken... Shit hee, je wordt verliefd. Je vergeet al je principes en koopt een broek waar je echt al heel lang naar op zoek was. Er hangt er nog maar één. Precies in jouw maat en hij zit ook nog eens als gegoten. Dit is meant to be. Het lot mag je niet in de weg zitten, dat brengt ongeluk. Als het zo had moeten zijn, moet je eraan toegeven. Vandaag koop je verder niks meer. Alleen dat witte shirt dan.
Hoewel je de Bershka ook niet kunt passeren zonder er even naar binnen te gluren. Dát leren jasje… O God, daar ga je weer. Maar het is echt: daar zocht je ook al heel lang naar. Hoe lang al? Zeker een jaar ben je al op zoek naar het perfecte leren jack waar iedereen het altijd over heeft. Dit is ‘m. En ja, eigenlijk kun je het jezelf wel veroorloven, want jouw enige reden om niet te shoppen was dat je dan ruimte zou overhouden om je buffertje aan te vullen. Dan begin je daar volgende maand maar mee. Het is geen ‘moetje’ ofzo. Ongeveer €200 lichter en zeker vijf tassen zwaarder fiets je de stad uit met een tegenstrijdig gevoel. Het engeltje op je schouder vraagt zich ernstig af waarom je jezelf niet in de hand kon houden. Het duiveltje daarentegen zegt jou het volgende:
1. Geld moet rollen. Je moet leven alsof het je laatste dag is. Het is voorbij voor je het weet. Die clichés bestaan niet voor niks. En dan is het toch zonde als je nooit van je zuurverdiende centen hebt kunnen genieten.
2. Loon is binnen. Altijd een goed idee. Op dat moment moet je vaak alles voor de komende maand nog plannen. Dus je kunt op alle vlakken rekening mee houden met extra uitgaven.
3. Je zwarte hakken zijn kapot. En je hebt nog wel zwarte plateaupumps en andere schoenen, maar niet deze. Deze geven weer een heel ander effect aan de outfit. Dus je moet zulke weer kopen.
4. Het seizoen wisselt. Die kleren van vorig jaar heb je deels aan je kleine zusje gedoneerd die even krap zat. En eigenlijk konden die kleren ook niet meer helemaal. Nu kun je weer voor de 180.045ste keer met een schone lei beginnen. Heerlijk.
5. Bij de eerste regenbui kom je erachter dat je jas je niet beschermt tegen de regen. Zelfs een klein miezerbuitje kan het niet handelen. Je hebt dus een nieuwe jas nodig, er zit niks anders op.
6. Je hebt een feestje en je hebt niks in het passende thema. Je kunt natuurlijk niet op de bruiloft van je zus komen aankakken in een jurk die je ook al op de bruiloft van je beste vriendin hebt gedragen. Dûh.
7. Je bent verdrietig. Shoppen maakt een vreugdestofje aan in je hersenen. Als je verdrietig bent, om welke reden dan ook, moet je álles aangrijpen om jezelf weer op te vrolijken. Shoppen wordt dan ineens gedoogd.
8. Je hebt geen zin om te sporten, dus dan doe je toch gewoon een shop-workout? Die tassen moeten zwaarder! Dit kun jij, helemaal tot aan huis.
9. Het is uitverkoop, dan is het altijd een goed idee om te shoppen. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je niet shopt in de uitverkoop.
10. Als je relatie verbroken is. Je moet jezelf namelijk weer in de markt zetten. En wat bepaalt je eerste indruk? Precies, je kleding.
Wat gebruik jij voor smoesjes om te gaan shoppen?