Dingen die je herkent als je koppig bent

Vrije tijd door Sabine
Sommige mensen zijn heel easy going, maar jij behoort nu niet bepaald onder die personen. Hoewel je het eigenlijk helemaal niet wilt toegeven, weet jij diep in je hart ook wel dat jij best wel koppig bent. Deze dingen herken je dan:

Jij bent niet koppig, jij bent gewoon heel erg zeker van je zaak. En mensen die altijd heel erg zeker van hun zaak zijn, herkennen deze dingen als geen ander:

Je ontkent altijd (koppig) wanneer je vriendinnen zeggen dat je koppig bent.

Je wilt niets horen over situaties die tegen jouw overtuigingen ingaan.



Je begint overal een discussie over. Zelfs wanneer het gaat om een kleur.

Je bent gek op films en series die zich afspelen in de rechtbank. Suits, Legally Blonde en How to Get Away with Murder. You love it!  

Het leek je trouwens zelf ook wel wat, advocaat worden.

Zelfs wanneer je doorhebt dat de ander misschien toch wel gelijk heeft, kom je met het meest belachelijke argument ooit. Alles om maar niet toe te hoeven geven dat je niet gelijk had.

Als mensen je moeten omschrijven in één woord, gebruiken ze altijd het woord koppig.

Je weet precies hoe je stiekem of nonchalant iets kunt googelen wanneer je collega/vriend/vriendin/tante/moeder iets beweert waarvan jij bijna zeker weet dat het niet klopt.

Jij wilt altijd het laatste woord hebben. Ook al gaat het alleen maar om doei zeggen. Jij zegt de laatste doei!

Op de basisschool deed je altijd graag mee met debatwedstrijdjes.

En jij durfde ook best een potje te bekvechten met de jongens die een klas hoger zaten. No problem.


Als je van mening verandert, als dan hè, dan zeg je nooit dat je van mening bent verandert. Je mening is een andere kant opgegroeid. Da’s dus een heel groot verschil!

Je favoriete woord is: zeker. Want ja, jij bent altijd zeker van je zaak!

Mensen roepen wanhopig ‘ooooooooh’ uit wanneer jij je zin begint met “Ik heb gelezen dat...”

Wanneer je vriendinnen iets aan je willen vragen, vragen ze je van te voren eerst of je ‘kort wilt zijn’.  Je wetenschappelijke geneuzel mag je voor jezelf houden.

Welke dingen krijg jij altijd naar je hoofd geslingerd?